Havezate ‘De Oosterhof’ – YouTube
De oudste vermelding van de Oosterhof komen we tegen in een verkoopacte uit 1334. Hier wordt gewag gemaakt van de verkoop van het nieuwe huis ten oosten van Rijssen. Het adellijke geslacht Van Langen koopt in 1475 de Oosterhof van Otto van Rutenberg. De erfdochter Bernardina van Langen trouwt in 1630 met kapitein Ernst van Ittersum, waardoor de havezate in het geslacht Van Ittersum komt. Als Louise Charlotte Elisabethe Maria van Ittersum trouwt met Hendrikus Albertus Diedericus Coenen komt de Oosterhof in het geslacht Coenen. Zij hebben hier tot 1937 gewoond. Jonkheer Frederik Alexander Coenen verkoopt het huis in 1960 aan de gemeente Rijssen. Op de eerste foto kijken we door de poort naar de havezate met zijn fraai aangelegde en onderhouden tuinen.
De grafsteen is van Bernardina van Langen. Zij is op de Oosterhof overleden in 1637. Haar grafsteen heeft lange tijd op de Oosterhof gestaan tegen de muur van het Koetshuis, maar is enkele jaren geleden verplaatst naar de hoofdingang van de Schildkerk. In de Schildkerk ligt Bernardina ook begraven. In de gewelvenkelders van de Oosterhof werden vroeger de voorraden aardappels, ingemaakte of gezouten groenten en dergelijke bewaard. Doordat de heer en mevrouw Van Heel hun collectie antiek vermaakten aan de stichting Oudheidkamer Riessen, heeft het Rijssens Museum nu een prachtige kunstcollectie bestaande uit schilderijen, Delfts aardewerk en een Amsterdams staand horloge uit 1760. De indrukwekkende haardpartij, met een schilderij van Willem van Oranje, is gemaakt in 1881. Op zandstenen staanders rust de fraaie eikenhouten schouw; een geschenk bij het huwelijk van jonkheer Alexander Coenen met de barones van Verwolde. In het trappenhuis leidt de zogenaamde luie trap naar de eerste etage. Aan de voorkant van het huis is rechts de Pauwenkamer, wat de vrouwenkamer van het huis was; fraai ingericht met antieke meubels. Ook zijn er prachtige jurken te zien die door de adellijke dames gedragen zijn rond 1850. In de Trappenkamer komen de Rijssense klederdrachten aan bod. De was- en droogzolder is een museum op zich met een grote collectie strijkijzers en mangelplanken.