Wasken op ’n Wiejerd – YouTube
Een huishouden zonder wasmachine kunnen we ons tegenwoordig niet voorstellen. Maar tot ver na de Tweede Wereldoorlog had menig Rijssens huishouden geen wasmachine. Om te wassen had de huisvrouw de beschikking over een geëmailleerde ketel. Daarin kookte zij het water op het fornuis en later op een gasbrander. Daarna werd de was en een stukje zeep toegevoegd. Als de trommel in onze moderne wasmachines niet draait wordt de was niet schoon. Vroeger ook niet. Dus de huisvrouwen beschikten over een wasstamper waarmee handmatig de was werd gestampt tot deze schoon werd. Als de kinderen uit school kwamen was vaak de opdracht van moeder: “Eerst de was stampen!” Wij hebben hier zelfs een spreekwoord aan overgehouden: een kind kan de was doen. Zaterdag was de wasdag. De was bleef de zondag overstaan en op maandagmorgen reden de kruiwagens met het natte wasgoed naar stadsbleek de Weijerd. Sommigen kwamen daar via de Bleekstraat of de Weijersteeg. De benaming Weijerd komt van een oud Duits woord, Weiher, dat ‘bron’ betekent. Ons woord “vijver” is eraan verwant. Op de Weijerd werd de was gespoeld en gebleekt.
Werd de was ’s maandags niet droog omdat het weer niet meewerkte, dan bleef deze ’s nachts liggen op het bleekveld. Om diefstal van wasgoed tegen te gaan was er een door de gemeente Rijssen aangestelde nachtwaker. Dat dit een serieus beroep was blijkt uit het feit dat de nachtwaker beschikte over een hond én een geweer. Het nachtwakershuisje heeft nog jarenlang op de Weijerd gestaan. De gemeentelijke groendienst gebruikte het als opslag voor tuingereedschap. Het spoelen en bleken van de was op de Weijerd was ook een sociaal gebeuren; op maandagmorgen werden hier de laatste nieuwtjes uitgewisseld.